“Op papier zijn het tegenstanders waartegen wij mogelijkheden hebben, alhoewel het koffiedik kijken blijft hoe de verhoudingen liggen. Alle wedstrijden bij de seizoenstart zijn moeilijk, het blijft aftasten,” reageert hoofdtrainer Erik ten Hag de eerste competitieweken van het nieuwe seizoen.
 
Met een ouverture die bestaat uit wedstrijden tegen ADO Den Haag (uit, 11 augustus) en Willem II (thuis, 20 augustus) heeft hij zeker een andere hand toebedeeld gekregen dan de afgelopen twee seizoenen, toen het team respectievelijk Feyenoord en PSV in de openingswedstrijd trof.

“Er zit een mooi ritme in de eerste seizoenshelft, het is prettig dat uit- en thuiswedstrijden zich mooi afwisselen. Verder hebben wij het voorrecht dat wij het seizoen op vrijdagavond mogen openen tegen ADO Den Haag. Dat wordt een hete avond; het is een eye-catcher en de ogen van de hele Eredivisie en voetballend Nederland zijn op ons gericht. Het is een mooi affiche tussen twee echte volksclubs.”
 
Pittige belasting
Een valkuil is de pittige belasting. Met meerdere 'Engelse' competitie-, en bekerwedstrijden weet de trainer dat er een gevaar op de loer ligt, zeker als het Europese avontuur ook aanslaat. “Cumulatieve belasting ligt op de loer. Daarom is het noodzaak om met een brede selectie aan de start te verschijnen, waarbij de onderlinge concurrentie opnieuw groter is dan vorig seizoen. Uiteindelijk hebben we, in welk scenario dan ook, alle spelers nodig om succesvol te zijn.”
 
Het is één van de redenen dat FC Utrecht actief was tijdens de eerste weken van de transferperiode: “Vorig seizoen zaten we klem. Door de vroege transfer van Sébastien Haller kunnen we nu voorsorteren op de situatie. We hebben weinig tijd om op elkaar ingespeeld te raken en we hebben alle tijd effectief nodig om snel nieuwe spelers in te passen, dan is het fijn dat ze er vanaf het begin bij zijn. We hebben hier met ons aankoopbeleid op geanticipeerd.”
 
Ten Hag wil nog niet te ver in de toekomst kijken en zich zeker nog niet wagen aan een voorspelling: “Het schema biedt perspectief, maar het blijven clichés. Uiteindelijk moet het straks allemaal op het veld gebeuren.”