Dag 1: FC Utrecht in Spanje

26 november 2025

Sfeerverslag vanuit Sevilla

Het UEFA Europa League-avontuur gaat verder. De volgende halte is Sevilla. FC Utrecht Media vloog met de selectie naar Spanje. Een verhaal over de zonnebril van Barkas en de liefde van Miguel Rodríguez.

Aansluiten. Het is druk woensdagochtend. Op de weg, op de parkeerplaats en op het vliegveld. De selectie van FC Utrecht is inmiddels gewend aan Europese uitduels, maar deze is toch anders dan de anderen. Bij de incheckbalie staan we in de rij, bij de Security Check én bij de koffiehoek. Het is drukker dan normaal.

Naast de spelers, staf en andere vertrouwde gezichten stappen er dit keer veel meer mensen in het vliegtuig. Een grote groep Official Partners, meer businessclubleden en familieleden van spelers staan klaar om te boarden.

Tussen hen één wel heel opvallend gezicht: Vasilis Barkas. De Griekse doelman kreeg tot ieders verbazing in het duel met Porto een rode kaart. FC Utrecht wilde de straf aanvechten, maar dit was gezien de duur (1 duel) niet mogelijk. Barkas speelt dus niet in Spanje. Tóch gaat hij mee naar Spanje.

We treffen hem bij het koffiezetapparaat. Zijn dag begint goed: Souffian El Karouani betaalt zijn koffie. “Deze reis betaal jij nergens voor, vriend”, zegt de linksback. Maar wat gaat de Griekse doelman eigenlijk doen? “Ik ben mee voor het team. Ik ben een beetje toerist. Maar ik kan ook lekker trainen”, klinkt het enthousiast. “Het is toch mooi om erbij te zijn.”

Verderop in de rij vraagt iemand gekscherend of hij zijn zonnebril, een souvenir van het duel met PEC Zwolle, wel in zijn koffer heeft gestopt. “Nee, die heb ik thuisgelaten. Het wordt maar zestien graden. Ik ben een Griek hé? Voor mij is dat nog altijd koud.”

Familie
Zo’n groot gezelschap vergt nogal wat organisatie. In het vliegtuig is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de mensen die moeten presteren in Sevilla en zij die komen kijken. De eerste rijen van het vliegtuig zijn gereserveerd voor spelers en staf. Zo zit hoofdtrainer Ron Jans net als bij alle voorgaande uitwedstrijden op stoel A1. Naast hem zetelen Technisch Directeur Jordy Zuidam en assistent Rob Penders.

De lange mannen hebben een plekje bij de nooduitgang gekregen. Zo zitten Barkas en zijn logische vervanger Michael Brouwer broederlijk naast elkaar op rij 15.

Na een vlucht van ongeveer drie uur raakt de neus van het toestel de landingsbaan van Sevilla Airport. De spelers vinden hun weg richting de uitgang waar de spelersbus alweer staat te wachten. Eén man voelt zich als een vis in het water. Miguel Rodríguez loopt fier door de luchthaven en begroet zijn landgenoten in het Spaans.

Voor de kleine aanvaller is het thuiskomen. Zelf werd hij geboren in Galicië. Nabij Ría de Vigo, omringd door groen, heuvels en bergen. Volgens de officiële statistieken wonen er nog geen dertigduizend mensen in Redondela. Een deel van hen reist morgen naar het zuiden van Spanje om een glimp op te vangen van de vleugelflitser.

Het is een bijzondere week, zo vertelt Rodríguez. “Ik ben geboren in Spanje en opgegroeid met La Liga. Ik ken de competitie, de clubs, de mensen. Na mijn vertrek naar Nederland ben ik nog niet terug geweest. Nu ben ik weer hier, nog wel in de Europa League. Natuurlijk wil ik laten zien wat ik kan. Maar dat heb ik eigenlijk elke wedstrijd.”

Waar veel spelers speciaal voor dit duel een paar familieleden invliegen, heeft de aanvaller andere supporters langs de lijn. “Weet je, het is voor mijn familie best lastig om wedstrijden te bezoeken. Utrecht ligt niet naast de deur, ze moeten er lang voor reizen. Bovendien moeten zij ook werken. Zo vaak zijn ze nog niet geweest.”

“Morgen verwacht ik meer support. Familie en een goede vriend. Dat is wel een mooi verhaal. Hij vroeg of ik misschien twee kaarten kon kopen. Zijn vader betaalt ze. Het is zijn verjaardagscadeau. Samen naar Miguel kijken in Sevilla.”

Zijn vader vertrekt op de wedstrijddag. “Hij moet vandaag nog gewoon werken. Hij rijdt morgenochtend weg. In zes, zeven uur is hij er wel. Ik hoop hem en de anderen na afloop nog even te zien. Dit is voor ons allemaal speciaal.”

Scout
Real Betis en niet Sevilla (“Dat is de grote rivaal”) is de tegenstander, morgenavond. Als een echte meesterscout weet de aanvaller genoeg van de Spaanse subtopper. “Maar dat weet onze staf natuurlijk ook wel. Dit is echt een sterk elftal. Ze doen het nu ook weer goed in Spanje, ze staan volgens mij vijfde. En die spelers die ze hebben: Isco, Anthony. En zo zijn er nog veel meer. Natuurlijk verwacht ik een moeilijke avond. Maar tegelijkertijd liggen er ook kansen.”

“Wij hebben al laten zien waar we toe in staat zijn. Tegen Lyon hebben we goed gespeeld en tegen FC Porto hadden we misschien wel drie punten kunnen pakken. Wij hebben ons al laten zien tegen grote tegenstanders. Wij hebben specifieke kwaliteiten en kunnen op grote avonden grote dingen laten zien. Daar geloof ik in.”

De kleine aanvaller droomt groot. Hij wil winnen in Spanje én zijn landgenoten laten zien wat hij heeft geleerd. Op een dag wil hij hier weer spelen. (“La Liga is de competitie die ik bekeek als klein jongetje. Dit is één van de grootste competities van de wereld”).

Donderdag heeft hij een uitgelezen kans zich in de kijker te spelen. “Dat zou crazy zijn. Scoren voor zeventigduizend mensen en winnen met FC Utrecht in de UEFA Europa League. Een beter moment is haast ondenkbaar.”

De aanvaller moet door. De bus wacht. Vanavond wordt er getraind in het stadion. Nu al weten we dat hij bij het betreden van het Estadio de La Cartuja even zal kijken waar zijn familie morgen komt te zitten. Zoals hij eigenlijk altijd doet.

“Als ik op de wedstrijddag het veld oploop kijk ik altijd even naar de tribune. Waar mijn familie en vrienden zitten. Het geeft me iets extra’s als ze er zijn. Extra motivatie? Dat is niet het goede woord. Maar het helpt me. Ik speel eigenlijk altijd goed met familie op de tribune. Dat is een gevoel. Dat heb ik ook bij mijn vriendin. Als zij op de tribune zit scoor ik vrijwel altijd.”

Of ze morgen ook in het stadion zit? “Zeker weten”, klinkt het overtuigend. “Ik kan niet wachten.”