Onze tijd is aangebroken. Matchday. Vanavond volgt het tweede hoofdstuk van het Europese avontuur. Na een geslaagde training op woensdagavond trok de selectie zich terug in het hotel, waar ruimte was voor besprekingen, behandelingen en ontspanning.
Na een uitgebreid ontbijt staat de traditionele wandeling op het programma – een ritueel dat bij veel Europees spelende ploegen hoort. Een moment om de benen los te gooien, een glimp van de stad op te vangen en te wennen aan het klimaat.

En dat is in Genève geen overbodige luxe. Tijdens de afsluitende training was het nog aangenaam met zo’n 23 graden en een lichte sluierbewolking. Vandaag echter is de hemel strakblauw en loopt het kwik op tot boven de dertig graden. Ron Jans en zijn ploeg houden de wandeling dan ook kort: alle energie wordt gespaard voor vanavond.
De spelers en staf zoeken snel weer de verkoeling van de airco op, terwijl onze supporters een andere invulling aan hun dag geven. Rond het middaguur is het al druk aan de oevers van het Meer van Genève. Waar normaal een goed glas wijn of een lokaal stukje kaas centraal staat, klinkt nu gezang en klinkt het geroezemoes van rood-witte verbondenheid.
Tussen de dagjesmensen en locals verschijnen steeds meer FC Utrecht-shirts. Utrechters die per vliegtuig, bus, auto of trein naar Zwitserland zijn afgereisd, vallen elkaar hier in de armen. Het doet denken aan het Herculesplein, maar dan zonder het iconische Conclusion-gebouw op de achtergrond.

Vanaf deze plek begint een bijzondere tocht: de fanwalk. Onder begeleiding van de SLO’s en stewards van FC Utrecht loopt een stoet van naar schatting zeventienhonderd supporters in rood-wit vanaf de Plaine de Plainpalais naar het Stade de Genève – een wandeling van 2,7 kilometer.
Het is zo’n magisch moment dat alle betrokkenen zich over twintig jaar nog zullen herinneren. Man, vrouw, jong, oud, groot en klein: iedereen loopt zij aan zij. Er wordt gezongen, gelachen, gedronken en gezwaaid naar verbaasde Zwitsers die vanuit ramen foto’s en video’s maken. “En van je Euro, Euro…”
De fanmars eindigt net voorbij het stadion, waar een speciaal ingericht fanplein wacht: één grote Utrechtse kroeg in afwachting van wat de avond zal brengen.