Gemeente Utrecht treft harde maatregel na gebeurtenissen rondom finale play-offs

27 mei 2024

Eerste thuiswedstrijd in nieuwe seizoen afgewerkt zonder publiek.

FC Utrecht is geschokt door de ontwikkelingen rondom het duel met Go Ahead Eagles. Naar aanleiding van deze incidenten heeft de club vandaag (maandag) overleg gevoerd met de lokale driehoek. Daarin is door burgemeester Sharon Dijksma besloten dat de eerstvolgende thuiswedstrijd in de Eredivisie van FC Utrecht wordt afgewerkt zonder publiek. De ongeregeldheden tijdens en na de wedstrijd tegen Go Ahead Eagles liggen ten grondslag aan dit besluit.

“Wat begon als een prachtige voetbalavond, is geëindigd in een enorme teleurstelling”, laat Algemeen Directeur Thijs van Es weten. “Iedereen is boos, verdrietig. Het gedrag van bepaalde groepen mensen in en buiten ons stadion is verwerpelijk. Veiligheidspersoneel en ME zijn op een schandelijke manier belaagd door relschoppers, waarbij we het verschrikkelijk vinden dat ook goedwillende supporters betrokken zijn geraakt bij deze incidenten.”

“Alle partijen zijn het erover eens dat de situatie van gisteravond alle perken te buiten gaat. We hebben begrip voor de maatregel van de gemeente Utrecht, maar betreuren daarentegen enorm dat supporters van onze club de dupe worden van het gedrag van raddraaiers. Het is een meer dan kwalijke zaak dat deze relschoppers de club en andere supporters schaden.”

“We gaan er met behulp van de camerabeelden alles aan doen om mensen individueel op te sporen en er vervolgens voor zorgen dat daar gepaste straffen voor komen. De veiligheid van iedere supporter op elke plek in het stadion moet gegarandeerd kunnen worden. Wat er gaat gebeuren is dat er een hele analyse komt van deze incidenten en dan gaan er vervolgens procedures lopen.”

“We vergeten niet dat het grootste deel van de achterban het elftal op een geweldige manier heeft gesteund. Niet alleen in de finale van de play-offs, maar het complete seizoen. Wij willen hen bedanken voor de steun en excuses aanbieden voor het gedrag van deze relschoppers.”