'De binding met de club is er altijd geweest'

01 mei 2022

De tegel van... Maurice de Meza.

De Grâchmuur in Stadion Galgenwaard wordt sinds het begin van dit jaar gevuld met bedrukte tegels. Tegels van jullie, supporters van FC Utrecht! In deze rubriek, genaamd ‘De tegel van’, lichten we in wedstrijdmagazine FC Today elke thuiswedstrijd één supporterstegel uit. Want: achter iedere tegel zit een eigen verhaal!

Bij ons in Utereg: dat is de tekst die gegraveerd staat op de tegel die we vandaag uitlichten: de tegel van de familie De Meza, hangend aan de Cityside van Stadion Galgenwaard.

Maurice de Meza vertegenwoordigt in dit verhaal zijn familie die bestaat uit zijn vrouw, twee dochters en hijzelf. De 48-jarige FC Utrecht-supporter is woonachtig in Vleuten maar zijn achternaam is niet afkomstig uit Nederland: “De Meza komt uit Portugal, mijn vader is Surinaams en mijn opa is Portugees”, licht De Meza toe. Jarenlang was hij met een aantal vrienden Seizoenkaarthouder op de Cityside, van 1989 tot en met 2005 steunden zij de club door dik en dun: “We woonden met z’n allen in Nieuwegein en elke thuis- en uitwedstrijd waren we van de partij. Dat was een prachtige beleving. Ik moet ook wel zeggen dat het destijds makkelijker was dan nu. We verzamelden altijd bij één iemand, sprongen in de auto en reden overal naartoe, van Maastricht tot Groningen. Nu zijn er niet zoveel autocombi’s meer mogelijk natuurlijk.”

De Meza hoefde niet te twijfelen over een vereeuwiging aan de Grâchmuur op het Herculesplein. De binding met de club heeft hij vanaf jongs af aan meegekregen, vertelt hij: “Ad Koppen was hier ooit het eerste hoofd van de supportersvereniging en dat was tevens mijn opa. Het was een echte DOS-man en iedereen vanuit de Bunnikside kende hem. Ik heb hem helaas niet mogen kennen maar het maakt me wel trots, de binding met de club is er altijd geweest. In die Seizoenkaartperiode hebben we gehuild en gelachen met z’n allen en ook wel een hoop rottigheid meegemaakt. Al die momenten samen betekenen iets voor mij en dat heb ik hoog zitten.”