'De strijd op het veld en de liefde voor elkaar om alles te overwinnen'

01 juli 2022

FC Utrecht staat stil bij een ieder die de club een warm hart toedroeg en er niet meer is.

Het is één van de jongste en misschien ook wel één van de meest waardevolle tradities bij FC Utrecht: de jaarlijkse Herdenkingsdienst. Daags voordat de club jarig is en officieel start aan het nieuwe seizoen, herdenkt de Utrechtse FC een ieder die de club een warm hart toedroeg, maar de voorgaande jaargang helaas niet meer (volledig) kon meemaken. Gistermiddag (donderdag) vond op Gedenkpark Daelwijck in Utrecht de derde FC Utrecht Herdenkingsdienst plaats.

Met een prachtige vertolking van het aangrijpende ‘No Love Dying’ van Gregory Porter opende Dennis Kroon de bijeenkomst. “There will be no love that's dying here. The bird that flew in through my window simply lost his way. He broke his wing, I helped him heal and then he flew away”, zong Kroon onder meer.

Manager Supporterszaken & Participatie van FC Utrecht Robert Junier verzorgde de eerste toespraak. “Denk niet zwart-wit, maar denk rood-wit. Dat staat in ons Manifest. Ik geloof daarin. Vanuit de geschiedenis van de stad, de club, maar vooral door wat ik thuis heb meegekregen. Eerlijk en confronterend, trots zijn, loyaal, en bijdragen aan elkaar. En verantwoordelijkheid nemen”, vertelde Junier. “Toen vorig jaar mijn vader overleed, gaf dat veel verdriet. Zoals bij een ieder die een dierbare verloren is. En toch heeft hij, misschien wel juist, toen zijn mooiste levensles gegeven. Ik ben niet meer gaan kijken naar de verschillen die hij en ik hadden, maar naar de overeenkomsten. En daar zijn er zoveel van. Deze lijn trek ik door. En dan hoop ik als boodschap mee te geven in deze tijd: kijk naar elkaar, en kijk wat je overeen hebt.”

‘Het maakte een verpletterende indruk en gaf troost’
“In al die jaren dat ik in uiteenlopende hoedanigheden in de Galgenwaard kwam – als supporter, later als perschef, adviseur, zakelijke relatie; maar dan ook altijd supporter natuurlijk – heb ik vele malen een spandoek zien hangen, met name aan de kant van de Bunnikside. Teksten als – ik verzin wat namen – Sterkte Joop, Hou vol Wim, Karel Rest in Peace”, opende Harry van Dam zijn speech. “Je ziet die spandoeken voor de wedstrijd, maar al gauw maak je een praatje met de mensen naast je. Je gaat het over de opstelling hebben, over de verwachtingen van die middag of avond. En dan vergeet je die doeken. Dat was vrijdagavond 29 april wel anders. Twee dagen ervoor, op woensdagmiddag 27 april, was Jan, mijn jongste zoon, na een plotselinge ziekte van precies drie weken overleden. Dertig jaar jong. Jan was van jongs af aan supporter. Als klein jochie ging hij altijd al met me mee. Hij kende alle uithoeken van het stadion en op den duur kende iedereen Jan. In de loop van de jaren ontwikkelde hij zich van supporter tot kritisch volger van FC Utrecht, als journalist bij het Algemeen Dagblad. En al wist hij die twee identiteiten goed te scheiden, in zijn hart bleef Jan natuurlijk supporter. Op de spaarzame momenten dat hij een keer op een wedstrijddag vrij was, zat – of liever: stond hij – het liefst op de Bunnikside. Terug naar die vrijdagavond 29 april. We twijfelden of we wel naar FC Utrecht – NEC zouden gaan, twee dagen na het overlijden van Jan. Maar vooral ik had behoefte aan de warmte en veiligheid van FC Utrecht; de club immers van Jan en mij. We gingen dus. En we werden inderdaad warm en met veel zorg ontvangen. Wat we vervolgens vanaf de tribune zagen, zal ik nooit vergeten. Een enorm spandoek aan de Bunnikside, met de tekst: Jan van Dam voor altijd in ons rood-witte hart. Dat prachtige gebaar van de supporters maakte op ons, en ook op vele anderen zo bleek later, een verpletterende indruk en gaf ook troost. Het betekende namelijk hoe zeer Jan werd gewaardeerd, ook bij de mensen van FC Utrecht in brede zin. Ook landelijk kreeg het spandoek op de tv en in de kranten veel aandacht, alleen al doordat Douvikas vlak voor tijd de winnende goal scoorde in die wedstrijd, met pal naast dat doel het doek van Jan. Mooier kon niet.”

Een denkbeeldige koprol
Wethouder Sport van de Gemeente Utrecht Eva Oosters nam vervolgens het woord. “FC Utrecht is een club waar iedereen er bij hoort. Zoals Jan Rolink. Veertig jaar lang was hij kind aan huis in de Galgenwaard. FC Utrecht was Jans leven. Hij was de enige supporter die zonder kaartje naar de wedstrijden mocht komen. En iedereen die hem kende, vanwege de koprollen die hij tientallen jaren op het veld maakte. Als Jan ging rollen, dan juichte het hele stadion”, aldus Oosters. “Vorig jaar ging zijn gezondheid ineens hard achteruit. Een delegatie van FC Utrecht kwam bij hem op bezoek. Er werd vuurwerk afgestoken en Jan kreeg sjaaltjes, een beker en een warme worst. Hij glom van oor tot oor. Afgelopen oktober overleed deze rassupporter. Vandaag denken we aan hem, maken we een denkbeeldige koprol voor Jan en voor al die andere supporters, vrijwilligers, spelers en bestuursleden die in de afgelopen 52 jaar betrokken zijn geweest bij FC Utrecht en niet meer onder ons zijn.”

Verlangen naar het leven, omdat het zo mooi is
De vierde en laatste toespraak werd gehouden door Thijs van Es, Algemeen Directeur van FC Utrecht. Hij citeerde uit brieven die zijn grootvader, tijdens zijn gevangenschap in een kamp tijdens de Tweede Wereldoorlog, schreef aan zijn vrouw. ‘Ik heb verlangen naar het leven, omdat het zo mooi is’, is één van de zinnen die de opa van Van Es aan het papier toevertrouwde, zo’n tachtig jaar geleden. “Dat vind ik zo’n belangrijk punt, want daaruit blijkt maar eens hoe ondanks alle ellende iemand vierenhalfjaar kan overleven door de liefde”, aldus Van Es. “Door het verlangen naar elkaar, door het samenzijn. Ik denk dat er heel veel mensen zijn, nu in Oekraïne, die dit soort verhalen meemaken. Ik denk ook dat er heel veel mensen zijn binnen onze gemeenschap bij FC Utrecht en ook in de stad, die ellende blijven meemaken. En ik wil nog maar eens benadrukken hoe ongelooflijk belangrijk het is dat deze gemeenschap er is en dat er met elkaar liefde wordt ervaren en wordt gegeven. Ik zie dat eigenlijk als een van de belangrijkste doelen van de FC: de strijd op het veld en de liefde voor elkaar om alles te overwinnen.”

Vier kransen gelegd
Vier kransen werden er vervolgens gelegd. Robert Junier en Dennis Kroon legden een krans ter nagedachtenis aan alle oorlogsslachtoffers in Oekraïne en alle andere landen waar momenteel oorlog is, of is geweest. De krans die Gino Houtzager van Gedenkpark Daelwijck en Marijke Hobbij legden was ter nagedachtenis aan alle Utrechters die niet meer onder ons zijn. De voorzitters Teun den Hartog van SupportersVereniging FC Utrecht en Christian van der Mark van True Support legden een krans voor alle FC Utrecht-supporters die ons zijn ontvallen en tot slot legden Thijs van Es en Annemarie Kaemingk een krans waarbij de gedachten uitgingen naar alle spelers, stafleden, medewerkers en vrijwilligers van FC Utrecht die zijn overleden.

Wout Beekmans blies The Last Post, waarna op aangeven van ceremoniemeester Koos van Tamelen op Gedenkpark Daelwijck twee minuten stilte in acht werd genomen. Jolanda Bazen droeg, ondersteund door pianist Jörgen Versteeg en tekstschrijfster Marian Schutte, een indrukwekkend ‘Luizterverhaal’ voor, inclusief een eigen vertolking van het aan David di Tommaso verbonden nummer ‘Ti Amo’.

Een bijzonder woord van dank gaat, naast de in bovenstaand artikel genoemde personen, uit naar Utrecht Ultras voor het prachtige boeket, Bloemenkiosk Smitjes voor de bloemen en AVEX voor het verzorgen van de geluidstechniek.

Bekijk hier de volledige uitzending van de Herdenkingsdienst: