De Grâchmuur in Stadion Galgenwaard wordt sinds het begin van dit jaar gevuld met bedrukte tegels. Tegels van jullie, supporters van FC Utrecht! In deze rubriek, genaamd ‘De tegel van’, lichten we elke thuiswedstrijd één supporterstegel uit. Want: achter iedere tegel zit een eigen verhaal!
Na de Bunnikside en de Zuidtribune die we in eerdere edities al zagen passeren, nemen we vandaag een kijkje bij de Cityside. Tussen allerlei tegels met persoonlijke verhalen spot je daar ook de tekst ‘Laat ze een poepie ruiken XXX TBR+’. Een tegel die gelinkt is aan de familie Groenenboom. Drie kinderen en vader Danny vertellen over de emotionele lading van hun tegel, die ze speciaal voor hun overleden opa en schoonvader hebben laten zetten.
“Mijn schoonouders hebben heel lang seizoenkaarten gehad op hun vaste plek bij de Cityside. Op een gegeven moment werd dat door omstandigheden lastiger voor mijn schoonvader. Hij is zelfs nog een keer uitgenodigd in de Charitybox, dat vond hij prachtig. Eind 2018 is hij helaas overleden”, zo opent Danny het indrukwekkende verhaal. Na het overlijden vonden de kinderen dat opa vereeuwigd moest worden met een tegel in Stadion Galgenwaard. Een plat Utrechtse quote, dat eindigde met: ‘Laat ze een poepie ruiken!’ was een van de laatste woorden die opa uitsprak naar een van zijn kleinkinderen. Die tekst, afgesloten met drie kusjes van zijn kleinkinderen Tara, Bliss en Riff (TBR) is nu voor eeuwig op de Grâchmuur aan de westzijde van het stadion gedrukt.
Schoonmoeder en oma is nog altijd even fanatiek als FC Utrecht speelt. Ze volgt de wedstrijden weliswaar niet meer vast in het stadion, maar via de televisie en het radioverslag van RTV Utrecht. “Eerder toen opa nog leefde, keken ze ’s avonds samen naar Studio Sport. Bij wedstrijden die ze niet hadden bezocht wilde opa dan nooit de uitslag weten, om het spannend te houden. Oma wist de uitslag natuurlijk allang en ging dan altijd net doen alsof ze van niets wist. Dat was altijd heel erg grappig om te zien”, vervolgt Danny. “Als FC Utrecht speelt, hoef ik oma niet te vragen om op te passen, want dat gaat niet gebeuren!”
