John West jaar langer aan FC Utrecht en OldStars verbonden

14 oktober 2020

Wereldberoemde visconservenproducent blijft aan als maatschappelijk partner.

John West blijft ook in het seizoen 2020/2021 hoofdsponsor van de OldStars-ploeg van FC Utrecht. De wereldberoemde visconservenproducent heeft zich voor nog eens een jaar als maatschappelijk partner aan de Utrechtse Eredivisionist verbonden.

“Samen sporten in teamverband, met ontzettend veel plezier en in goede gezondheid én gezelschap. Het maakt de spelers van de OldStars, sportieve 55-plussers, fit en vitaal. Natuurlijk speelt óók goede voeding hierbij een belangrijke rol”, legt Arno Snoey, European Country Manager van John West, uit. “Regelmatig vis eten hoort daar absoluut bij. John West moedigt een gezonde en actieve levensstijl aan, de samenwerking met de OldStars is dan ook een perfecte match.”

John West levert met trots een bijdrage aan het maatschappelijk doel dat de OldStars en FC Utrecht dienen. Naast de promotie van een gezonde levensstijl hebben de OldStars een sterke maatschappelijke functie. De krasse knarren bezoeken bijvoorbeeld regelmatig het Wilhelmina Kinderziekenhuis om de kinderen een hart onder de riem te steken of maken zich hard tegen eenzaamheid onder ouderen. “Als iedereen fit en vitaal ouder kan worden, in goed gezelschap, dan tekenen we daarvoor”, aldus Snoey.

“Wij zijn trots dat een groot merk als John West de samenwerking met FC Utrecht continueert, om samen door te bouwen aan een vitaal Utrecht”, aldus Algemeen Directeur Thijs van Es van FC Utrecht. “Gedurende dit maatschappelijke partnership worden ouderen uit de regio gestimuleerd en geïnspireerd gezond te eten en in beweging te blijven. Dit doen we door John West duurzaam te verbinden aan de FC Utrecht OldStars. Zij zijn trotse ambassadeurs van de maatschappelijke tak van de club en zorgen letterlijk en figuurlijk dat leeftijdsgenoten uit stad en regio in beweging komen, juist nu! Bij regelmatig bewegen hoort ook bewust eten. Dit is de boodschap die we gezamenlijk gaan uitdragen.”