Bijl en Wijnands tarten Tricolores

14 februari 2020

Een blik in de Willem II StadionKrant van Willem II - FC Utrecht, gespeeld op 5 september 1992.

Geschreven voetbalcultuur is het: een programmaboekje. Voor bijna alle officiële wedstrijden die FC Utrecht speelde, werd zo’n magazine uitgegeven. Vandaag, in aanloop naar Willem II - FC Utrecht, bladeren we het boekje door dat op 5 september 1992 werd verspreid in Tilburg.

‘Stopt Willem II Smollie’. Dat staat in koeienletters op de voorpagina van de Willem II StadionKrant, die is gedateerd op vrijdag 4 september 1992 en gaat over de wedstrijd van een dag later; zaterdag 5 september 1992 dus. ‘De wedstrijden tussen Willem II en FC Utrecht zijn elke competitie enorm boeiend. Telkens gebeurt er wat verrassends en dat maakt het buitengewoon moeilijk om, zoals de Belg dat zo treffend zegt, een goede ‘prognostiek’ te geven’, schrijft de Tilburgse redactie. 

De Brabantse blik is met name gericht op een Poolse smaakmaker, zo blijkt. ‘Ontegenzeggenlijk is Smolarek, de Pool die het koosnaampje Smollie heeft, de belangrijkste speler van FC Utrecht’, staat er. ‘Door zijn ervaring, zijn lef en vooral zijn goed spelinzicht, is hij van onschatbare waarde voor de FC. (…) Smolarek in deze vorm is, ondanks zijn voor voetbalnormen hoge leeftijd, een fantastische voetballer. Hij geeft een heel elftal leiding en treedt tevens op als de grote stimulator. De Willem II-speler die tot taak krijgt Smolarek te ‘stoppen’ gaat een moeilijke avond tegemoet’, voorspelt de scribent.   

De vrees van de auteur van het voorpagina-artikel blijkt niet helemaal gegrond. Althans; Wlodzimierz Smolarek komt die bewuste avond in het Gemeentelijk Sportpark Tilburg in elk geval niet tot scoren. Pieter Bijl en Robert Wijnands doen dat wel, namens de Utrechters. Een doelpunt van Martin van Geel kan een zege van de Domstedelingen niet verhinderen: 1-2.   

‘Utrecht staat bekend als een stugge, moeilijk te kloppen tegenstander’, staat ook op de voorpagina. ‘Bij een voorsprong van Willem II zullen zij hun stugge houding moeten laten varen en dan kan het een leuke partij worden. Maar kom je tegen zo’n tegenstander eenmaal achter, dan is het een ontzettend moeilijke opgave om doelpunten te maken.’ Die stelling, die blijkt wél correct.