Jan Werkhoven, gastheer in de 't Wed en Waard Lounge

05 oktober 2016
'In bijna zeventien jaar heb ik maar één wedstrijd gemist'

Vaste bezoekers van 't Wed en Waard Lounge kennen hem als de
keurige, vriendelijke en altijd correcte gastheer, getooid met een zorgvuldig bijgehouden snor, die hen bij de ingang van de zaal verwelkomt en even later de opstellingen voor de wedstrijd komt 
uitdelen. Maar Jan Werkhoven (77) doet veel meer.
Zo’n negentig keer per jaar verzorgt hij in Stadion Galgenwaard rondleidingen voor groepen. Een vlotte rekensom levert op dat hij de afgelopen zestien jaar zeker 30.000 bezoekers heeft rondgeleid. “Meer dan een stadion vol dus”, concludeert Werkhoven zelf. 

“Ik ben als gastheer in 2000 begonnen in de businessclub, die toen nog aan de overkant in het stadion was gevestigd”, vertelt hij. Enkele jaren daarvoor was hij zelf nog lid van wat toen de Business Associates (‘heerlijk om op zijn plat Utrechts uit te spreken’) heette. “Mijn dochter en haar man hadden een klein bedrijf en waren daarmee lid van de BA’s”, zegt Werkhoven. “Mijn zoon en ik zaten gewoon in vak O, achter het doel aan de stadszijde. Zagen wij mijn dochter op het bordes staan proosten, gek idee was dat.” Maar met Kerstmis 1998 kreeg Jan van zijn dochter een prachtig certificaat met daarop het lidmaatschap van de businessclub voor twee personen. “Toen konden mijn zoon en
ik daar voortaan ook heen.” 

In die paar jaar leerde Werkhoven, die meer dan veertig jaar bij de Utrechtse houthandel Jongeneel uiteenlopende
functies had gehad, veel mensen kennen. “Ik hoorde er helemaal bij”, weet hij nog goed. “En ik ging ook altijd mee
met de trips in de winterstop naar het trainingskamp van de spelers. Geweldige tijd was dat, waarin we erg veel lol hadden.” Jan kon dat plezier goed gebruiken, omdat niet zo lang daarvoor, in 1996, zijn vrouw was overleden.
In 2000 dus werd Werkhoven gastheer van de businessruimte, nadat zijn voorganger was vertrokken. “Ik solliciteerde naar die vrijwilligersbaan en werd tot mijn vreugde aangenomen”, zegt hij. En dat plezier is nooit meer verdwenen. “Zoals ik bij Jongeneel ook niet één dag met tegenzin naar mijn werk ben gegaan, is dat ook bij FC Utrecht altijd zo geweest. Gastheer zijn bij je eigen club, dat is toch geweldig? Ik zou het voor geen goud meer willen missen.” In de afgelopen bijna zeventien jaar heeft Jan welgeteld één keer een wedstrijd moeten overslaan en dat was de ontmoeting van de FC tegen Heracles Almelo, aan het eind van het afgelopen seizoen. “Ik had al maanden daarvoor een weekje Zuid-Limburg geboekt met Toos, mijn vriendin”, vertelt hij. “Ik had natuurlijk niet op die wedstrijd gerekend en heb nog wel bij Toos geprobeerd om al op zondagmorgen terug te rijden, helemaal uit Slenaken. Maar dat was haar toch te gortig.”

In de loop van de jaren is er bij FC Utrecht veel veranderd, heeft Jan ook gemerkt. “Alles is natuurlijk veel groter geworden”, zegt hij. “Het stadion op zich, maar natuurlijk ook de businessfaciliteiten en dat heeft zijn voors en tegens. Vroeger kende je elk vast gezicht en tegenwoordig zie je natuurlijk ook veel onbekenden de ’t Wed & Waard Lounge binnenkomen. Mij maakt dat niet uit, ik begroet iedereen even hartelijk en dat is belangrijk. Je bent als gastheer toch het visitekaartje van de club.”
 
Eén ding is niet veranderd en dat zijn de leuke ontmoetingen met bekenden uit de voetbalwereld. “Net als op Sportcomplex Zoudenbalch, waar ik ook gastheer ben bij wedstrijden van Jong FC Utrecht, komen ook bij de thuiswedstrijden in de Galgenwaard veel oud-spelers, trainers, bestuurders en andere prominenten”, vertelt Jan. “Die
mensen hebben me natuurlijk in de loop der jaren leren kennen en dat leidt vaak tot erg leuke contacten.” Een paar namen? “Ach, ik heb bijna het hele WK-elftal van 1974 en het EK-elftal van ’88 hier wel voorbij zien komen, maar ook mannen als Willy van der Kuijlen, Marco van Basten, John van ’t Schip, Aron Winter, Martin Jol en niet te vergeten Danny Blind, die altijd even naar me toekomt om me een hand te geven.”

Het is Werkhoven opgevallen met hoeveel beleefdheid die grote mannen uit de Nederlandse voetbalwereld hem benaderen. “Dat hangt natuurlijk ook af van je eigen manier van optreden, maar ik kan ervan genieten als een voetballegende als Rinus Israël me altijd keurig bedankt, als ik hem de opstelling van de wedstrijd even kom brengen.” En met sommige mensen is het contact extra bijzonder. “Met Zeljko Petrovic bijvoorbeeld, die nu trainer van ADO Den
Haag is geworden, heb ik altijd veel lol gehad, vooral in de bestuurskamer van Zoudenbalch. Over en weer zitten we elkaar
te dollen, gewoon als mannen met humor onder elkaar, echt ontzettend leuk.”
Jan Werkhoven heeft het ook naar zijn zin, omdat hij weet dat zijn inspanningen bij FC Utrecht worden gewaardeerd. “Er kwam eens iemand van de Raad van Commissarissen met wat gasten van de club binnenstappen”, herinnert hij zich nog goed een voorval van jaren terug. “Die man zei tegen het gezelschap: ‘Heren, deze gastheer lacht altijd’. Dat vond ik een mooi compliment. Nee, ik mag dan 77 zijn, aan stoppen heb ik nog nooit gedacht. Zolang ik kan, ga ik door.”