Jong FC Twente - Jong FC Utrecht. Voor Jeff Hardeveld was het veel meer dan een wedstrijd uit de Beloftencompetitie. Het was de partij waarin hij, na zo’n tien maanden afwezig te zijn geweest, zijn rentree maakte op het wedstrijdveld. FCUtrecht.nl sprak met de verdediger na afloop van zijn comeback.

Ontspannen sjouwt Jeff Hardeveld met zijn spullen door de catacomben van het Fanny Blankers-Koen Stadion in Hengelo. Het gemoed is goed, de rentree waar hij zo lang naar had uitgekeken, mag het stempel ‘succesvol’ krijgen. “Ik stond met een toch wel een beetje raar gevoel op vanmorgen”, aldus de linksbenige achterhoedespeler. “Het aantrekken van mijn wedstrijdtenue vond ik speciaal. Dat was lang geleden. En zelfs voor het eerst een shirt waarop mijn achternaam stond.”

Prettig verloop
Hardeveld was er blij mee dat er eerder op de dag nog een training met Jong FC Utrecht op het programma stond. “Dat droeg bij aan het prettige verloop van deze dag”, aldus de verdediger die op 19 april 2015 voor het laatst een wedstrijd had gespeeld en daarna geblesseerd uit de running was.

'Ritme belangrijk'
“Het ging lekker”, aldus Hardeveld over zijn comebackpartij. Hij speelde 45 minuten tegen Jong FC Twente. “Natuurlijk waren er verbeterpunten, maar daar zijn dit soort wedstrijden voor. Het is belangrijk ritme op te doen. Dan gaan de dingen die je in teamverband doet, zoals het op lijn blijven met de rest van de achterste linie, ook beter.”

'Geen angst'
In Hengelo ging Hardeveld geen duel uit de weg. Integendeel, zelfs. “Ik had geen angst, nee. Ik dacht na mijn eerste felle duel wel eventjes: ‘Hey, dit heb ik gelijk gedaan!’. Dat zijn goede dingen om mee te maken. Daar krijg je zelfvertrouwen van”, weet Hardeveld, die na zijn rentree zijn ouders langs de lijn opzocht. “Het was mooi dat zij mij nu eindelijk weer konden zien spelen. Ik ben altijd positief gebleven. Sip zijn, daar heb je niets aan.”

Volgende stap
En dan de hamvraag: En nu? “Verder toewerken naar het maken van negentig minuten”, aldus Hardeveld gedecideerd. “Stap voor stap.”