De Commissie van Beroep van de KNVB heeft besloten om de straf van de tuchtcommissie te handhaven voor de antisemitische spreekkoren tijdens de wedstrijd FC Utrecht - Ajax in april van dit jaar. Wilco van Schaik, Algemeen Directeur van de FC Utrecht, tekent er het volgende bij aan.

“Ik wil om te beginnen nòg een keer gezegd hebben dat wij vanzelfsprekend de vreselijke spreekkoren ten diepste betreuren en dat wij er alles aan doen en willen doen om ze te voorkomen. En ik wil ook niet bagatelliseren wat er gebeurd is. Dat is níet aan de orde. Het gaat erom dat wij in eerste instantie bij de tuchtcommissie van de KNVB en later bij de Commissie van Beroep, een- en andermaal hebben kunnen aantonen dat we tijdens die wedstrijd níet wisten van sommige later gehoorde verwerpelijke spreekkoren. We hebben een aantal keer tijdens de wedstrijd opgetreden tegen de wel gehoorde spreekkoren. Dit gaf de commissie ook aan. Maar er zijn een paar spreekkoren niet waargenomen. Als al eerder gezegd: niet door ons alleen, maar ook de stewards, de aanwezige waarnemers van de KNVB, het Openbaar Ministerie en het arbitrale kwartet hebben niets gehoord en ook van de politie hebben we niets doorgekregen zo bleek uit verklaringen achteraf. Zou dat wèl gebeurd zijn, dan hadden we uiteraard direct tijdens de wedstrijd ingegrepen volgens het afgesproken protocol, zoals we op andere momenten wel hebben gedaan tijdens die wedstrijd. Waarom zouden wij het protocol niet inzetten als we een spreekkoor horen? Daar is geen enkele reden voor. We hebben het echt niet gehoord. En wij dus niet alleen. De Commissie erkent dan ook in haar uitspraak dat het tijdens een wedstrijd wel heel moeilijk en complex is om spreekkoren te herkennen, laat staan daders te traceren. Daar ben ik blij mee. Want dat geeft aan hoe moeilijk dit probleem is. Maar de commissie houdt toch vast aan de gevorderde straf.”

“Tegen die achtergrond mag duidelijk zijn dat we het vonnis van de KNVB teleurstellend vinden om naast een boete van 10.000 euro te eisen dat de eerstkomende wedstrijd tegen Ajax, op 13 december, met een lege Bunnikside wordt gespeeld. Ik ontkom niet aan de indruk - laat ik daar ook open over zijn - dat ook de politieke druk rond deze zaak een rol heeft gespeeld in deze zware straf. In Den Haag werden hoe dan ook van de KNVB harde maatregelen verwacht en dat heeft in dit geval FC Utrecht moeten weten. Ik begrijp de politieke en maatschappelijke verontwaardiging over die kwetsende spreekkoren, maar laat dat toch gezegd zijn.”

Hoewel de uitspraak hard aankomt, bevat het vonnis ook elementen waarover Van Schaik te spreken is. “De commissie van beroep erkent dat het herkennen van spreekkoren en het vervolgens direct ingrijpen moeilijk is. En dat blijft, zo is de conclusie, te allen tijde alleen de verantwoordelijkheid van de club. We zijn er blij mee dat is bevestigd dat de vraag in hoeverre je als club kan worden aangesproken op spreekkoren, als lastig is getypeerd. Spreekkoren die je niet kan herkennen, melodieën die je niet herkent; het is aan een club om binnen soms wel vijf seconden dat een spreekkoor maximaal duurt die wél te herkennen en dan ook nog direct mensen het vak op te sturen om aanhoudingen te verrichten. Dat is extreem moeilijk. Spreekkoren vormen een sociaal maatschappelijk probleem van alle clubs én de KNVB. We moeten dit met elkaar aanpakken en een manier vinden om dit gezamenlijk op te lossen. Ook nu pleit ik, nogmaals, voor een gedeelde verantwoordelijkheid van alle clubs met de KNVB. Wij zullen onze lessen inbrengen.”

“Wij gaan daar als club verder mee aan de slag met een aantal aangescherpte maatregelen in het stadion. Zo gaan we voor ongeveer 200.000 euro investeren in geavanceerde camera’s en geluidsapparatuur in het hele stadion en op de Bunnikside en het uitvak specifiek om spreekkoren beter te kunnen traceren en te identificeren. Met die hulpmiddelen kunnen de mensen die kwetsende spreekkoren ten gehore brengen, beter en sneller worden opgespoord en hopelijk dan wel gestraft worden door ons, de KNVB of het Openbaar Ministerie. Minstens zo belangrijk vind ik het om het kwaad bij de wortel aan te pakken en de lieden die die teksten zingen, te confronteren met hun kwetsende gedrag. Dat is onze morele en maatschappelijke plicht. Het straffen van een club alleen helpt niet. In dat kader hebben we samenwerking gezocht met onder andere de gemeente Utrecht en het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). En hebben we met meer dan 30 fans onlangs een bezoek aan het voormalige doorgangskamp Westerbork georganiseerd. Dat heeft op hen grote indruk gemaakt en ze zullen dat zeker delen met anderen. Met deze en andere educatieve acties hopen we die excessen ècht aan te pakken. Hopelijk kunnen we deze ervaringen weer delen met andere clubs en de KNVB, want nogmaals: het gaat om een landelijk probleem. Binnenkort zitten we al met de KNVB om de tafel om hier verder over te praten naar aanleiding van dit voorval. En gaan we op ons initiatief een aantal clubs die met dezelfde problemen te maken hebben bij elkaar brengen waar we met het CIDI dit probleem gaan bespreken en op zoek gaan naar constructieve vervolgstappen naar aanleiding van voorvallen in Nederland. Wij beseffen ons echt dat we onze verantwoordelijkheid moeten pakken."

“Tenslotte zijn we nu al bezig met de eerstkomende thuiswedstrijd tegen Ajax op zondag 13 december. Ik heb onze seizoenkaarthouders van de Bunnikside al laten weten dat ze op andere plaatsen in het stadion een stoel krijgen, want zij mogen niet de dupe worden van het gedrag van een klein stel raddraaiers. Het verwijt dat ik hiermee de straf ondermijn, leg ik derhalve naast me neer. De wedstrijd wordt door de uitspraak een complexe operatie die om extra maatregelen vraagt. Een en ander doen we in goed overleg met de supportersverenigingen en niet te vergeten met de driehoek – burgemeester, openbaar ministerie en politie – van de gemeente Utrecht.”