In een wedstrijd waarin het venijn hem in het laatste kwartier zat, deelden FC Utrecht en Heracles Almelo vanavond (zaterdag) in Overijssel de punten (1-1). FCUtrecht.nl schoof aan bij de persconferentie in het Polman Stadion en schreef mee.

“Je weet dat Heracles Almelo een ploeg is die graag inzakt. En dus besef je dat als je wil aanvallen, je dat gedoseerd moet doen. Want Heracles wacht op een verkeerde pass van ons om daarvan te profiteren en te counteren”, begon trainer/coach Robby Alflen van FC Utrecht zijn nababbel in Almelo. “We namen dus voorzichtigheid in acht, maar dat deden we te veel. Als je tegen een ploeg als Heracles maar een beetje door kunt komen, moet je daarmee tevreden zijn, de bal voor de goal slingeren en er dan voor zorgen dat er bezetting voor het doel is. Dat gebeurde weinig, waardoor we relatief weinig kansen kregen.”

‘Geweldig moment’
Tot in dat laatste kwartier, dan. Toen regende het bijkans kansen in het Polman Stadion. “De wedstrijd barstte los na de 1-0 voor Heracles. Toen schoot er even een Feyenoord-scenario door mijn hoofd”, doelde Alflen op de wedstrijd die de Heraclieden vorige week tegen de Rotterdammers speelden. Toen gooiden ze de poorten na de 1-0 op slot en counterden ze er zelfs nog een 2-0 bij. “Maar gelukkig had Sébastien Haller, die een moeilijke wedstrijd meemaakte, een geweldig moment en maakte hij een mooie goal.”

Twee punten te weinig in het bagageruim
Na dat doelpunt had FC Utrecht er zo nog wel een stuk of twee kunnen maken. “We kwamen met een man meer te spelen na de rode kaart bij Heracles en dan weet je dat de kans nog wat groter wordt dat je drie punten mee de bus in neemt”, zei Alflen. “Helaas lukte dat niet. En dus houd ik een dubbel gevoel over aan deze partij. Dubbel, omdat we een late achterstand nog konden wegpoetsen, maar vervolgens helaas niet konden doordrukken. We hebben een punt, maar dat hadden er twee meer kunnen zijn.”