FC Utrecht speelde in Zwolle met 1-1 gelijk tegen PEC. De gelijkmakende treffer van Sébastien Haller viel vrij laat in de partij. Maar had het eerste doelpunt, dat van de Zwollenaren, eigenlijk wel gemaakt mogen worden? Voldoende stof tot napraten, dat zeker. FCUtrecht.nl schoof aan bij de persconferentie in het MAC3PARK Stadion.

“Met een dubbel gevoel zit ik hier nu”, begon trainer/coach Erik ten Hag van FC Utrecht zijn nababbel in de even warme als drukke perskamer in Zwolle. “Ik heb het in mijn nabeschouwingen niet graag over de arbitrage, maar doe dat nu wel. De scheidsrechter (Siemen Mulder, red.) moet namelijk affluiten op het moment dat Kevin Conboy met een hoofdblessure op het veld ligt. Dat gebeurt niet, waarop PEC Zwolle de 1-0 scoort.”

De wedstrijd stond daarmee, feitelijk, op z’n kop, zei Ten Hag. “We begonnen niet geweldig hier, maar hadden wel de controle. PEC Zwolle scoorde vanuit dat ene moment, verder lieten we weinig toe. Zelf kregen we via Haller en Zivkovic kansen. Tijdens de rust heb ik wel gezegd: probeer het spel sneller te verplaatsen.”

In de tweede helft ging FC Utrecht op zoek naar de gelijkmaker. “We hebben aanvallend gewisseld en zijn blijven geloven in het doelpunt. Dat is beloond”, concludeerde Ten Hag, die Giovanni Troupée in het bijzonder roemde. De rechtsback zette goed door en verdiende de penalty daarmee. “Zijn dadendrang, dat is mooi. Hij heeft een bepaalde onverzettelijkheid. Hij blijft maar doorgaan. En sleept er daarmee vandaag ook een penalty uit.”