Trainer/coach Robby Alflen, senior coach Harry van den Ham, assistent-trainer Sjors Ultee, keeperstrainer Stefan Postma, spitsentrainer Danny Koevermans en inspanningsfysioloog Pim Koolwijk. Dat zestal vormt dit seizoen de technische staf van FC Utrecht. FCUtrecht.nl sprak met Van den Ham over zijn terugkeer bij de club. 'Robby en ik hebben een goede klik.'

Het ging bepaald niet over een nacht ijs, de terugkeer van Harry van den Ham bij FC Utrecht. Als trainer/coach was de Utrechter met FC Dordrecht gepromoveerd naar de Eredivisie en dat leverde de nodige aanbiedingen op. De telefoon van Van den Ham rinkelde er lustig op los. "FC Utrecht polste me voor een terugkeer", vertelt Van den Ham, zittend in de lobby van Hotel Zeeuwse Stromen in Renesse, waar de Utrechters deze week op trainingskamp zijn. "Wat mij direct aansprak, was het feit dat er een duidelijke technische visie was vastgelegd. Aanvallend voetbal, het publiek willen vermaken; kernwaarden ervan die ik ook bij FC Dordrecht hanteerde. Co Adriaanse heeft goed gezien dat het juist die facetten waren waaraan het bij FC Utrecht de laatste jaren ontbrak. De clubcultuur was een beetje tanende."

Van den Ham, die afgelopen seizoen was genomineerd voor de titel Trainer van het Jaar, plande een afspraak in met Robby Alflen, de nieuwe hoofdtrainer van de Utrechters. "We spraken af op een terrasje in Utrecht, om half vier ’s middags. Om half negen ’s avonds zaten we er nog! De klik die wij hebben is erg goed. We hebben heel veel raakvlakken. Na dat gesprek heb ik gesproken met Co, met Wilco van Schaik, met Frans van Seumeren. Met telkens in gedachten: FC Utrecht is en blijft mijn club. Maar ook met heel duidelijk voor ogen: ik wil geen assistent-trainer worden. Die rol vervulde ik al eerder, maar dat verliep niet naar mijn wens. Dat wilde ik dus niet meer."

En zo kon het dat Van den Ham terugkeerde in de Domstad. Als senior coach. Een functietitel die hij zelf moeiteloos kan duiden. "Ik moet in mijn werkzaamheden een bepaalde vrijheid hebben. Als totale staf zijn wij nu met één ding bezig: ervoor zorgen dat we het dit seizoen veel beter gaan doen dan afgelopen jaar. En: het publiek iets bieden. Robby heeft als trainer/coach de eindverantwoordelijkheid en neemt uiteindelijk de beslissingen. Maar, zoals Robby het zegt: wij spreken dezelfde taal. Als senior coach probeer ik Robby te behoeden voor de valkuilen waarin ik in mijn loopbaan zelf ben gevallen. Ik ben absoluut niet uit op de job van hoofdtrainer. Als Robby faalt, dan hebben wij als technische staf gezamenlijk gefaald."

"De discussies die we als technische staf voeren, zijn tot nu toe goed. Met altijd als doel om het niveau van de ploeg omhoog te brengen", vervolgt Van den Ham, die tot nu toe tevreden is over wat hij bij FC Utrecht ziet. "Het bevalt me, wat ik tot op heden heb gezien. Maar: de voorbereiding is ook het leukste wat er is. Je kunt als trainers de jongens kneden, klaarstomen, werken aan teambuilding, et cetera. Maar ik zeg ook: heel mooi, die voorbereiding, maar dadelijk als we in Zwolle spelen tegen PEC, dan begint het pas echt!"

Wie een training van het eerste elftal bezoekt, zal al snel opvallen dat Van den Ham graag spelers apart neemt. Om zo, in relatieve rust, zaken door te nemen. "Ik ben elke dag bezig om de jongens duidelijk te maken dat je niet traint om te trainen, maar dat je traint om beter te worden", is de senior coach van FC Utrecht stellig. "En dus praat ik inderdaad veel met jongens. Over hun eigen ontwikkeling, over de speelstijl, over het positiespel. Eigenlijk over alle facetten van het voetbal." Zo is deze morgen op het voetbalveld van SV Renesse te zien hoe Van den Ham, tijdens een trainingsvorm, even spreekt met Mark Diemers. "Hem gaf ik een paar praktische tips, die hij direct heel goed uitvoerde. Toen zei ik tegen hem: ‘Zie je, nu ben je aan het trainen!’"

“Qua karakters zit deze groep goed in elkaar. Al geldt ook hiervoor: nu is iedereen nog in de voorbereiding op het seizoen en gaat iedereen voor zijn kansen. Dadelijk begint de competitie. Er kunnen elf jongens spelen en zeven op de bank zitten. De rest moet plaatsnemen op de tribune. We eisen van iedereen elke dag 100 procent”, vervolgt Van den Ham. “Aan ons als staf is het dan om ervoor te zorgen dat speler 24 zich net zo belangrijk en gewaardeerd voelt als speler 1. We moeten ervoor zorgen dat de spelers geloven in het systeem dat we willen spelen. Daarvoor heb je, zeker in de beginfase, resultaten nodig. Win je die eerste twee wedstrijden, dan krijgt het team vertrouwen en het systeem draagvlak. Zo werkte het bij FC Dordrecht afgelopen seizoen ook. En dan zie je: ben je als speler een zesje, dan kun je in zo’n systeem al snel als een zeven functioneren. Wat is er nu leuker dan aanvallend voetbal spelen? Niets, toch? Maar, en dat moeten onze spelers zich ook realiseren: het vergt veel van je. Alles moet goed op elkaar zijn afgestemd. Dat is waar we nu, ook tijdens dit trainingskamp, keihard aan werken. Zodat we hopelijk, als de competitie begint, kunnen oogsten.”