Jong FC Utrecht speelde vanavond (vrijdag) in Volendam met 2-2 gelijk tegen het vaandelteam van de plaatselijke FC. Dat zorgde voor blijdschap in het Utrechtse kamp. Een mooi punt dat was te danken aan een collectieve prestatie, aldus trainer/coach Robin Pronk. FCUtrecht.nl sprak hem na de partij in de catacomben van het Kras Stadion.

Je hebt drie manieren van een puntendeling ervaren, grofweg gesteld. Variant A: je stapt teleurgesteld het veld af, omdat je twee punten meent te hebben verspeeld. Variant B: je kunt je prima vinden in het resultaat, net als je tegenstander. Of Variant C: je hebt gelijkgespeeld, maar voelt je de morele winnaar. Als er een label A, B of C op FC Volendam-uit moet worden geplakt vanuit Jong FC Utrecht’s perspectief, dan is dat toch zeker wel een C.

‘Yes!’, roept trainer/coach Robin Pronk dan ook direct na het laatste fluitsignaal van scheidsrechter Steven van der Vrande, die na een minuut of 96 spelen de partij concludeert. Score: 2-2. “Ja, ‘yes’. Want we spelen hier tegen FC Volendam 1. Een ploeg die structureel in de top acht van de Jupiler League speelt. Dan mag je spreken van een winstpunt”, spreekt Pronk kraakheldere taal in de catacomben van het Kras Stadion.

Daar, op het Volendamse kunstgras, komt Jong FC Utrecht twee keer terug van een achterstand. Ook daarom voelt het punt als een winstpunt. “Maar zeker geen gestolen punt”, aldus Pronk. “Twintig minuten voor tijd kwamen we op een 2-1 achterstand. De penalty waaruit de 2-2 viel, werd gegeven na een schitterende aanval, tien minuten voor tijd. Die benut je, en dan pak je dat punt hier nog. Dat is mooi voor deze groep. Een jonge groep, die ook tegen NAC Breda en De Graafschap speelde. Die spelers merken nu dus: wij kunnen tegen een topploeg uit de competitie een punt halen. Dat is goed.”

Met zijn acties en voorzetten maakte Hamza Boukhari indruk tijdens zijn invalbeurt, zo vond Pronk, die bovendien Bram van Eijk een goede indruk zag maken. “Het was zijn eerste basisplaats. Dat heeft hij vrij goed ingevuld.”

Maar meer nog dan individuele pluimen, verdient het collectief de credits. “Dit is een mooi punt, een goede teamprestatie.”