FC Utrecht speelt morgen (donderdag) in de tweede voorronde van de Europa League een uitwedstrijd tegen Valletta FC. FCUtrecht.nl zocht trainer/coach Erik ten Hag op Malta op om vooruit te blikken op de partij.

“We hadden tweeënhalve week om ons op deze partij voor te bereiden, en we wisten dat die periode kort was. We hebben geprobeerd zo optimaal mogelijk naar het duel met Valletta FC toe te werken”, zegt Erik ten Hag, terwijl achter hem de laatste spelers van de tegenstander van morgen het veld van Hibernians Stadium verlaten. Even daarna beginnen de Utrechters op hun beurt aan de afsluitende training voor het Europa League-duel.

Niet van de partij: diverse spelers, onder wie Ramon Leeuwin. “Dat was een streep door de rekening, net als het feit dat Cyriel Dessers tijdens het trainingskamp in Oostenrijk een blessure opliep”, aldus Ten Hag. “We hebben wat zaken op te lossen en hebben een brede selectie.”

“We hebben ons goed ingelezen en weten wat we van Valletta FC kunnen verwachten”, vervolgt de oefenmeester van de FC uit de Domstad, die eerder op de dag vanuit Rotterdam The Hague Airport naar het eiland is gevlogen. Van de Rotterdamse stortregen naar een fel brandende zon op Malta: het verschil is enorm. “We hebben zaterdag al in soortgelijke omstandigheden gespeeld tegen FC Qabala. Tijdens de slotpartij van vorig seizoen, tegen AZ, lieten we bovendien zien goed met zo’n omstandigheden te kunnen omgaan. Die hardheid hebben we”, aldus Ten Hag.

Hoe het zit met de Europa League-kriebels? “We hebben de nodige spelers in de gelederen met Europese ervaring, en ook wat jongens die het nog niet meemaakten. We hebben ten aanzien van het Nederlandse voetbal en de punten die in dit toernooi voor de ranking te verdienen zijn een verantwoordelijkheid en die moeten we nemen. Wedstrijden als deze spelen is van groot belang voor spelers”, weet de oefenmeester. “Van deze ervaringen en dit soort wedstrijden word je beter. Hoe meer van deze partijen, des te beter. Dat neem je mee in je voetbalbagage. Het gaat morgen om het belang van ieder individu, van de club, van de supporters en het Nederlandse totale voetbal. We hebben een job te doen.”