Een achillespeesblessure zorgde ervoor dat Ramon Leeuwin met een achterstand aan het seizoen begon. De status nu? Pees hersteld, achterstand ingehaald en het vizier op de tweede helft van de jaargang. FCUtrecht.nl sprak er met de verdediger over.

Vaker dan hem lief was, kwam Ramon Leeuwin tijdens de eerste helft van het seizoen als invaller binnen de lijnen bij FC Utrecht. “Op de bank zitten is voor iedere voetballer lastig. Je wilt in de basis staan, hele wedstrijden spelen”, vertelt de verdediger vanuit De Lutte, net nadat hij van de mountainbike is gestapt. “We hebben een mooie tocht gemaakt. Bossen, weilanden. Een mooie omgeving hier, een leuke activiteit.”

De beginfase van het seizoen moest Leeuwin aan zich voorbij laten gaan. Hij revalideerde, miste daardoor de voorbereiding en sloot  pas na verloop van tijd aan bij groep. Achteraan, welteverstaan. “Zo werkt dat in het voetbal. Dan moet je kansen afdwingen en de kansen die je krijgt pakken”, weet Leeuwin. “Dat heb ik gedaan, denk ik. Nu is het mijn doel om de lijn door te trekken. Ik ben nu fit, heb geen achterstand meer goed te maken. En ik voel me goed.”

Tijdens de laatste vijf wedstrijden die FC Utrecht voor de winterbreak speelde, was er telkens een basisplaats voor Leeuwin. De oogst? Vier zeges, één gelijkspel. “Dat was een goede serie. Als team kenden we een moeizaam begin, maar de zevende plek waarop we nu staan, is er denk ik eentje die realistisch en terecht is.”

“Iedereen weet wat we willen”, zegt Leeuwin, gevraagd naar wat de tweede helft van het seizoen voor de ploeg in petto kan hebben. “We hebben er ten opzichte van de eerste seizoenshelft fitte spelers bij, onder wie ikzelf en Ruud Boymans. De voortekenen zijn hartstikke goed. Maar we moeten nu niet ineens gaan roepen dat we daar en daar en boven die en die willen eindigen. Laten we het maar van wedstrijd tot wedstrijd bekijken, dat werkt het beste. Het is nog te vroeg om verder vooruit te kijken.”