UTRECHT – Kölner, Apeldoorner, voetbalgek. En sinds kort analist. Jürgen Schefczyk (51) is het allemaal. Hij brult om het hardst voor FC Köln en spreekt Nederlands alsof het zijn moedertaal is. De geboren Duitser verricht vanaf komende week op het EK Vrouwen werkzaamheden voor het Nederlands vrouwenelftal. Daarop treffen we… precies. De Duitsers.

TEKST: Maarten de Jong

“Oránje van Nassouwe.” Op een plagerige toon zoekt de van oorsprong Duitse trainer van FC Utrecht Vrouwen twee weken voor de start van het EK naar de juiste woorden. Nee, op deze vraag had hij dus absoluut niet gerekend. “Ik ken de tekst, hoor. Zodra de muziek klinkt en mensen inzetten, doe ik feilloos mee”, beweert hij in gesprek met Voetbal Centraal. “En nee, ik ga het volkslied niet zingen!” Schefczyk laat de training even over aan de assistent-trainer van de club uit de BeNeLeague. Hij denkt nu aan het Nederlands vrouwenelftal, de analyses die hij heeft gemaakt en het naderende EK. Dinsdag vertrekt hij, donderdag ontmoet Nederland de Duitsers.

Van Duitsen bloed, voor Oranje

In het voortraject analyseerde de oefenmeester voor de KNVB een wedstrijd van de OranjeLeeuwinnen. Ook bezocht hij het duel tussen Denemarken en IJsland. Laatstgenoemde land is net als Nederland, Duitsland en Noorwegen op het EK in Zweden ingedeeld in poule B. “Duitsland heb ik niet geanalyseerd. Ze wilden me niet hebben, denk ik”, grapt hij. “Duitsland is een hele goede ploeg. Dat zes speelsters geblesseerd zijn, zegt me niet alles. De Bundesliga is zo sterk, dat er prima vervangers beschikbaar zijn. Het Duitse elftal is fysiek ijzersterk. In de omschakeling gebeurt bij hen echt iets en hun spitsen zijn levensgevaarlijk. Dat wordt een lastige wedstrijd.”

Hopelijk niet te lastig, stelt de nieuwbakken analist. Hij mag dan uit Duitsland komen, het Nederlandse vrouwenvoetbal heeft zijn hart veroverd. Bovendien is hij dol op ons land. “Het zou geweldig zijn als we Duitsland verslaan”, zegt hij. “Voor de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal, maar ook voor de spelersgroep. Nederland heeft een sterk team.” Hij juicht bij een overwinning graag mee. “Ik voel me net zo min Duitser als Nederlander. Ik ben een Kölner die al 26 jaar in Nederland woont.” En de taal goed spreekt. Veertien jaar geleden vroeg hij het Nederlanderschap aan. De taal had toen al geen geheimen meer voor hem. “U moet even van die t een d maken”, wees Schefczyk de ambtenaar van de gemeente terecht. Die wist toen snel genoeg. “U spreekt echt wel Nederlands”, constateerde hij. De trainer kon lachend naar huis.

Zijn Nederlandse papiertje maakt hem niet direct tot volbloed Nederlander. Speelt Die Mannschaft tegen onze jongens, is de oefenmeester weer voor onze oosterburen. En van wedstrijden van FC Köln weet hij maar zelden de uitslag niet. Als hij kan, zit hij op de tribune. Niet als trainer, maar als fan. Wie naast hem staat, zal uit zijn mond dan de nodige Duitse termen horen. “Maar wij mopperen niet, wij moedigen negentig minuten lang aan”, meent hij. “De Duitse voetbalbeleving is zo mooi. Supporters lopen samen met de fans van de tegenstander naar het stadion.” Wat dat betreft, zou het niet gek zijn als hij ooit een Duitse vrouwenclub gaat trainen. Laat zijn favoriete ploeg FC Köln nou ook een vrouwenelftal hebben. “Als zij me vragen, ben ik weg, direct”, schatert hij. “Nee, ik houd alle opties open.”

Geen sentiment

Hij blijft graag nog bij FC Utrecht Vrouwen. Maar aan zijn trainersloopbaan denkt hij een andere keer weer. De komende dagen staat het EK op het programma en wordt de beladen wedstrijd Nederland-Duitsland gespeeld. Van sentiment is bij Schefczyk op voorhand geen sprake. “Dat had ik in 1974 en 1988 ook niet”, zegt hij. “In 1974 was ik nog in Duitsland, in 1988 was ik net een jaar in Nederland. Ik herinner me dat we in 1974 met zijn allen naar buiten gingen om talloze malen de finale over te spelen. In 1988 zat ik met Ramon Kramer, een oud-international, voor de tv. We zijn na de overwinning mijn woonplaats Apeldoorn in gegaan. Dat was een groot feest.”

Tijdens de vrouwelijke editie in Zweden tussen Nederland en Duitsland blijft de tv in Apeldoorn uit. Schefczyk zit op de tribune om daar voor de KNVB ijverig aantekeningen te maken. Zijn notitieboekje gaat komende week mee naar Zweden, zijn goede verstand ook. De trainer lijkt dus enige tijd voor vertrek al aan alles te hebben gedacht. Oké, aan bijna alles. Als de training in Utrecht bijna af is gelopen, loopt hij naar twee van de speelsters toe. Wat gefluister later beent hij terug naar de bank. “Ik ken het Wilhelmus”, straalt hij met pretogen. Twee volzinnen en een foutieve zin volgen. Hij moet er zelf om lachen. “Bel me maar als ik op het EK ben. Dan weet ik zeker dat ik de tekst ken.”

Maarten de Jong // Voetbal Centraal