FC Utrecht heeft over het seizoen 2013/2014 een nettoverlies van 3,6 miljoen euro geleden. Dat blijkt uit de jaarcijfers van de Utrechtse Eredivisionist, die een jaargang eerder nog een nettoverlies leed van 13 miljoen euro.

De rigoureuze verkleining van het verlies is een resultaat van ingrijpende herstructureringsmaatregelen die de club, die in juni 2013 volledig is gefuseerd met investeringsbedrijf FPI, heeft getroffen.

Daling nettoverlies, operationele kosten nog stabiel
Daalden in seizoen 2013/2014 de operationele kosten mede door de fusie met FPI niet ten opzichte van een jaargang ervoor; voor het seizoen 2014/2015 is de verwachting dat, als gevolg van de herstructurering, de operationele kosten wél zullen dalen en dat er een stijging van de omzet uit de operationele activiteiten zal worden genoteerd. Desalniettemin blijven positieve transferresultaten de komende jaren noodzakelijk. Over het seizoen 2013/2014 noteerde FC Utrecht een positief transferresultaat van 3 miljoen euro.

Stabilisatie omzet operationele activiteiten
De omzet uit operationele activiteiten is gestabiliseerd op bijna 13 miljoen euro. De operationele kosten bedroegen in de jaargang 2013/2014 20,5 miljoen euro, maar zijn moeilijk vergelijkbaar met de kosten van een seizoen eerder als gevolg van de fusie met FPI van ruim 2 miljoen euro.

Aanzienlijke ‘stille reserve’
Het weerstandvermogen van FC Utrecht bedraagt, na verwerking van het resultaat, 0,9 miljoen euro en komt op 8,6 procent van het balanstotaal. De huidige spelersgroep – FC Utrecht heeft een selectie van 25 spelers, daarnaast hebben 13 spelers een jeugdcontract, is er 1 speler gehuurd en zijn er 5 voetballers verhuurd – staat na de overname van FPI voor een laag bedrag op de balans, waardoor de club over een aanzienlijke ‘stille reserve’ beschikt. Dit komt mede door het grote aantal jeugdspelers dat de afgelopen jaren is doorgebroken bij FC Utrecht.

Verwachtingen 2014/2015
Net als veel clubs heeft FC Utrecht nog steeds positieve transferresultaten nodig om de verliezen van de komende jaren te dekken. Niet alleen om een verlies op te vangen, maar zeker ook om duurzaam door te kunnen investeren in onder meer de FC Utrecht Academie, Stadion Galgenwaard, de fanbeleving, de hospitality en het eerste elftal. FC Utrecht wil graag naar een toekomst waarin de kosten en opbrengsten in evenwicht zijn; de zogeheten break-even situatie. “Ons doel is om dit in 2016 te bereiken. Gezien de stroperige economie, het definitieve ‘nee’ voor de komende jaren tegen kunstgras en het extra investeren in de FC Utrecht Academie zal dit een grote uitdaging zijn”, zegt Algemeen Directeur Wilco van Schaik van FC Utrecht.

‘De vruchten gaan plukken’
Van Schaik ziet dat er sprake is van een stijgende lijn, maar vindt ook dat FC Utrecht nog niet daar is waar het wil zijn. “Het afgelopen seizoen hebben we veel tijd en aandacht besteed aan grote structureringsvraagstukken. Onder meer de catering, het collectieve ontslag en de nieuwe premieregeling zijn kernpunten geweest in de herstructurering, zoals die is gerealiseerd. Dit jaar moet FC Utrecht hiervan de vruchten gaan plukken. De grote daling van het nettoverlies is een belangrijke stap in het gezondmakingsproces van de club. Maar: we zijn nog niet gezond. We hebben nog twee uitdagende seizoenen te gaan.”

‘De ambities komen weer naar boven’
“Iedereen die bij FC Utrecht is betrokken, verdient een groot compliment”, vervolgt Van Schaik. “Of het nu het kantoorpersoneel is op het stadion, of de mensen die werken op Zoudenbalch, die vele vrijwilligers die hun steentje bijdragen: wij doen het echt met z’n allen. We hebben geen gemakkelijk seizoen achter de rug. Het herstructureringsproces heeft op alle medewerkers een grote impact gehad. Maar ze hebben zich vol overgave ingezet voor de club en de toekomst van de club. De sterke verbetering van het resultaat is dan ook vooral de verdienste van al die hard werkende mensen achter de schermen. Zij zorgen voor de toekomst van FC Utrecht, die langzaam maar zeker weer wat mooier belooft te worden”, stelt Van Schaik. “De ambities komen weer naar boven en dat mag ook. Doelstellingen en verwachtingen komen ook weer wat hoger te liggen en de norm in de organisatie gaat omhoog. Dat moet ook. Wij zijn FC Utrecht, wij staan ergens voor. Ambitie, uitdaging, lef. Dat zijn kernwaarden die weer boven komen drijven. Wij blijven daarnaast ook investeren in de FC Utrecht Academie en ons eerste elftal. Ik zie de toekomst dan ook met vertrouwen tegemoet. Als we zo hard met elkaar blijven werken, gaan we hier een club neerzetten waar de regio trots op is. Een club die weer ambities mag gaan hebben.”