Seizoen 2016/2017. 34 wedstrijden gespeeld. 18 gewonnen, 8 gelijk, 8 verloren. 62 punten. Eindstand: vierde. Dit is het verhaal dat hoort bij seizoen 2016/2017.

Als eerste van alle ploegen was FC Utrecht aan de jaargang 2015/2016 begonnen, en als laatste was het team van trainer/coach Erik ten Hag in dat seizoen klaar. De oogst? Geen, in feite. Europees voetbal was binnen handbereik, maar werd gemist. Tijdens de korte zomerbreak, het zogeheten tussenseizoen, verwerkten alle betrokken die sportieve kater.

Nieuwe ronde, nieuwe kansen. Maar dan wel zonder mannen als Louis Nganioni, Mark Diemers, Ruben Ligeon, Chris Kum, Ruud Boymans, Timo Letschert en Bart Ramselaar. Zij verruilden het shirt van de FC uit de Domstad voor dat van andere teams. Inkomende transfers waren er natuurlijk ook. Zo kwam David Jensen over van FC Nordsjaelland, werd Robin van der Meer gehaald van Go Ahead Eagles, kwam Richairo Zivkovic op huurbasis over van Ajax en was er de rentree van Gyrano Kerk in Utrecht; na een seizoen op huurbasis bij Helmond Sport kreeg hij bij FC Utrecht een nieuwe kans.

In de voorbereiding waren de resultaten niet bovenmatig bemoedigend. Ja; er werden zeges geboekt. Op Desto (4-0), Borussia Mönchengladbach II (1-0) en Spakenburg (3-0). Maar al te ruim waren die niet. En in tests tegen Lierse SK (1-2), Bnei Yehuda Tel Aviv (1-1) en 1. FC Union Berlin (0-3) maakten de Utrechters het verschil niet.

Na zes speeldagen in de Eredivisie wachtte FC Utrecht nog altijd op de eerste competitiezege van de jaargang. Na de nederlaag op eigen veld tegen FC Groningen (1-5) begon her en der het gemor hoorbaar te worden. Niemand in de staf en het team die zich daar door van de wijs liet brengen. Het doel was duidelijk, de werkwijze ook. FC Utrecht begon punten te pakken. En meer. En meer. En nog meer. Na de haperende start bleek dat de voetbalmachine die FC Utrecht heette wel degelijk van de juiste kwaliteit was. Mede trouwens dankzij de in de winterstop aangesloten Wout Brama en Zakaria Labyad, die allebei hun toegevoegde waarde bewezen.

Met het indrukwekkende aantal van 62 punten sloot FC Utrecht op plaats 4 de reguliere competitie af. En dat betekende, net als een jaar eerder: play-offs om Europees voetbal. In de halve finale troffen de Domstedelingen daarin sc Heerenveen. Via een 1-3 zege in Friesland en een 2-1 thuisoverwinning plaatste het team van Ten Hag zich voor de eindstrijd. Daarin was AZ de opponent. AZ; een team dat tijdens speelronde 34 van het reguliere seizoen in Alkmaar door de Utrechters nog met 2-3 werd verslagen. Kortom: een klus die te klaren zou moeten zijn.

Maar het ging op donderdag 25 mei in het AFAS Stadion in Alkmaar helemaal mis. FC Utrecht werd op alle fronten afgetroefd door een AZ dat op oorlogspad was: 3-0 voor de Noord-Hollanders. ‘AZ met anderhalf been in Europa’, kopten de kranten daags erna. Maar die kranten hadden, zoals zovelen trouwens, buiten de veerkracht van FC Utrecht gerekend. Ten Hag wilde van geen opgeven weten en haalde op de dag dat het écht moest, op zondag 28 mei, het maximale uit zijn team. In Stadion Galgenwaard, die dag door 16.586 mensen bezocht, stond het na een half uur spelen 2-0. Tien minuten voor tijd scoorde Gyrano Kerk de 3-0 en een verlenging volgde. In de verzengende hitte dicteerde FC Utrecht de partij, maar kreeg het de zo gewenste vierde treffer niet gemaakt.

Dus: strafschoppen. Bloedstollend. Zenuwslopend. En bovenal: succesvol. Nacer Barazite schoot met zijn laatste balcontact als speler van FC Utrecht zijn team Europa in. Het volksfeest dat volgde was even evident als navenant.