Op de afscheidsreceptie van Jan Willem van Dop zei de scheidende preses destijds ‘het als een minpunt te ervaren dat ook de voorzitterstitel bij FC Utrecht verdwijnt’. Een aantal voorgangers gaf op de bijeenkomst acte de presence, onder wie Theo Aalbers, de langst zittende voorzitter in Galgenwaard. Hij stond ruim negen jaar aan het hoofd van het bestuur, in de periode 1984 tot 1993. Hij volgde destijds mr Willem Kernkamp op die op zijn beurt de plaats had ingenomen van Cees Werkhoven. Theo Aalbers is begin deze week plotseling overleden op 79-jarige leeftijd.
 
In het allereerste jaarboek van FC Utrecht, uitgegeven in 1971, staat een mooie, historische zwart-wit-foto. Het moment is vastgelegd waarop Willem Kernkamp de eerste voorzittershamer overdraagt aan Theo Brouwer. De laatste was afkomstig uit het Elinkwijk-kamp, Kernkamp bestuurde jarenlang met vaste hand  het gebeuren bij DOS. Toen de voetbalfusie in Utrecht (eindelijk) een feit werd, kwam er ook een nieuwe preses om de morrende achterban in Zuilen tegemoet te komen.
 
De meest kleurrijke voorzitter in die afgelopen veertig jaar was zonder twijfel Theo Aalbers die in een turbulente periode toch in staat bleek om de rumoerige achterban in te tomen. Zelf zegt hij er het volgende over. ,,Ik heb veel geleerd van Kernkamp, een van mijn voorgangers. Hij heeft me wegwijs gemaakt in de jungle van het betaald voetbal en dat was belangrijk omdat ik uit het amateurvoetbal voortkwam. Zijn belangrijkste motto was: ‘Zorg altijd dat je baas in eigen huis blijft en dat heb ik steevast geprobeerd in praktijk te brengen. Het is me redelijk gelukt.’’
 
Aalbers kwam als preses bij de club in een uiterst hectische periode. Zoals het tussentijds ontslag van Barry Hughes die moest vluchten voor woedende supporters. Theo is destijds onverschrokken midden tussen de meute gaan staan en voorkwam erger. Aalbers; ,,Ik ben nooit mijn verantwoordelijkheid uit de weg gegaan, ook niet in moeilijke tijden. We hadden destijds ook nog af te rekenen met een surceance van betaling, dat is ook allemaal opgelost. Sportief zijn we ook opgekrabbeld want FC Utrecht won de nacompetitie, en we wonnen voor het eerst de KNVB-beker. Daarna speelden we ook nog een aantal mooie Europese wedstrijden. Zoals voor 100.000 mensen in Kiev waar ook nog op een 0-1-voorsprong kwamen. Een onvergetelijke ervaring, zoals ik toch met voldoening terugkijk op die periode. ‘’
 
Dat er vanaf toen geen voorzitters meer in Galgenwaard zouden functioneren, zag ook Theo Aalbers destijds als een gemis. ,,Ik vind toch dat er een neutrale, gezichtsbepalende man aan het hoofd van het bestuur zou moeten staan. Nu is er natuurlijk een Raad van Commissarissen die goed werk doet. Daarnaast een aantal betaalde werknemers die je toch ook als passanten kan beschouwen. Ik ben ruim negen jaar voorzitter geweest. Een kleurrijke periode, met ups en downs maar iedereen rond de club wist bij wie men terecht kon wanneer zich iets voordeed. Ook de supporters konden zich bij me melden, al was natuurlijk ook duidelijk dat hun prioriteiten niet altijd dezelfden waren als die van het bestuur. Maar uiteindelijk is het onderlinge respect altijd gebleven’’, zo verwoordde Theo op dat moment zijn mening.
 
Vanavond wordt voorafgaand aan FC Utrecht-Willem II een minuut stilte in acht genomen terwijl de spelers een rouwband zullen dragen ter nagedachtenis aan de man die alom als de ‘enige, echte voorzitter van FC Utrecht’ door de FC-achterban wordt beschouwd. En zo wil ik me Theo ook graag herinneren. Dan zal ik terugdenken aan onze laatste ontmoeting, enkele weken geleden. Aalbers liep rond in de bestuurskamer met een stok. ,,Een stok, dat hoort niet bij jou, Theo,’’ merkte ik op. ,,Je was altijd een voorzitter met een krachtige uitstraling. Zoals toen in Zwolle toen je de kleedkamer binnenstormde en tegen de spelers zei dat ze meteen het veld weer in moesten. Want trainer Han Berger had de ploeg impulsief naar binnen gehaald uit onvrede met een scheidsrechterlijke beslissing.’’ Theo moest lachen toen ik hem aan die anekdote herinnerde. ,,Ja, Hans, dat zou ik nu met zo’n stok niet meer hoeven te proberen.’’ Het was de allerlaatste keer dat ik zijn ogen zag schitteren, achter die geborstelde wenkbrauwen.

Deze 'In Memoriam' is een bewerking van het originele verhaal dat is geschreven door Hans van Echtelt en verschijnt in de Utrechtse Sportkrant.