Tijdens zijn eerste wedstrijd als trainer/coach in de Eredivisie zag Robby Alflen zijn ploeg met 2-0 verliezen. FC Utrecht liet vrijdagavond in het IJsseldelta Stadion tegen PEC Zwolle niet het achterste van zijn tong zien, vond de oefenmeester.

“We wisten dat we een ploeg zouden treffen die het goede gevoel had”, begon oefenmeester Robby Alflen van FC Utrecht zijn nababbel in de persruimte van het IJsseldelta Stadion, daarmee verwijzend naar het feit dat het team van zijn collega-oefenmeester Ron Jans amper een week eerder nog de Johan Cruijff Schaal veroverde. “Desondanks wilden we het aanvallende voetbal spelen dat we tijdens de voorbereiding hebben geoefend. De diepte zoeken waar het kon, was de insteek”, aldus Alflen.

“Maar in de eerste helft ging het helemaal fout”, concludeerde de Utrechter. “Ik had met name in de beginfase van de wedstrijd het idee dat er angst in de ploeg zat.”

FC Utrecht ging kopje onder in Zwolle en daar was weinig op af te dingen, vond Alflen. “We kregen na de rust wel meer grip op de wedstrijd, maar misten voorin stootkracht”, doelde hij op het ontbreken van onder anderen de voorwaartsen Ruud Boymans, Tommy Oar, Danny Verbeek, Edouard Duplan en Gyliano van Velzen.