FC Utrecht staat aan de vooravond van de laatste competitiewedstrijd van het seizoen; zondag reist de ploeg af naar Arnhem. In aanloop naar Vitesse-uit sprak FCUtrecht.nl met trainer/coach Robby Alflen.

“Dé ploeg in vorm.” Zo omschrijft trainer/coach Robby Alflen van FC Utrecht de tegenstander van aanstaande zondag, Vitesse. Het team van Peter Bosz legde Feyenoord maandag, in De Kuip nota bene, nog op de pijnbank: 1-4. “Na de winterstop hebben ze amper nog verloren. Vitesse speelt al het hele seizoen goed, maar was voor de winterstop vaak ongelukkig. Nu schieten ze de ballen wat vaker binnen, waardoor ze meer winnen en dat zorgt voor meer zelfvertrouwen.”

Kortom: met de spirit in Arnhem zit het wel goed. Een eindklassering in de top drie en daarmee de evenaring van een clubrecord lonkt voor de Gelderlanders. FC Utrecht kan op de ranglijst nog diverse ploegen passeren en heeft wat dat betreft ook nog genoeg om in GelreDome voor te spelen. “Als je naar de statistieken kijkt, zijn er dit seizoen al heel veel positieve dingen gebeurd”, zegt Alflen. Zo is er maar één team in de Eredivisie succesvoller uit standaardsituaties dan FC Utrecht, zijn er maar vier clubs met meer schoten, hebben er ook maar vier teams minder schoten tégen gekregen en creëerden maar vier ploegen meer scoringskansen dan de Utrechters. “Dat soort cijfers geven toch een bepaalde vorm van voldoening”, aldus Alflen.

Voor het gros van de FC Utrecht-spelers geldt dat het seizoen er na het treffen in Arnhem op zit. Maar de talentvolle aanvaller Rubio Rubin speelt de komende weken gewoon door. Hij gaat met Verenigde Staten Onder 20 deelnemen aan het WK in Nieuw-Zeeland. Alflen neemt z’n petje af voor de Amerikaan. “Als je achttien, negentien jaar bent en dit al kunt brengen… Heel erg knap. Het heeft hem dit seizoen met afronden niet altijd meegezeten, maar daar moet hij vooral geen ding van gaan maken. Misschien helpt het juist als hij er níet over nadenkt”, tipt Alflen. “Rubio heeft dit seizoen zijn debuut in FC Utrecht 1 gemaakt, veel wedstrijden gespeeld, zijn eerste interland gespeeld, het gebruikelijke dippie gehad waarmee jeugdige spelers te maken krijgen, zich daar weer uitgeknokt en is overal goed mee omgegaan. Hartstikke knap.”